Deze epische existentiële avonturenfilm speelt zich af in de plattelandsregio Great-Karoo in Zuid-Afrika in de jaren 1950 en verhaalt over de heldendaden van de bandiet John Kepe en de verschillende personen die door zijn escapades werden getroffen. Deze Robin-Hoodeske figuur stal voornamelijk vee van de blanke kolonisten en terroriseerde hen meer dan tien jaar lang. Onder leiding van de strenge generaal Botha ontstond een klopjacht op de berg waar Kepe een Ark van Noach-achtige grot bewoonde. Dit spektakel maakt Kepe populair bij de gemarginaliseerde inheemse bevolking, die Kepe's wandaden tot een legende maakt en hem tot een bedreiging voor de koloniale samenleving maakt. Sew the Winter to my Skin is een spannende, opera rit naar het hart van pre-Apartheid Zuid-Afrika en is een viscerale verkenning van de effecten van de koloniale verplaatsing die de kiem legde voor een van de meest wrede racistische politieke regimes in de geschiedenis.
In 1940, terwijl Kenia zich voorbereidt op oorlog, leeft de plaatselijke aristocratische sociale kring een decadente, genotzuchtige levensstijl, die tot moord leidt. Dezelfde gebeurtenissen werden ook gedramatiseerd in de speelfilm White Mischief, die zeven maanden na de eerste uitzending van The Happy Valley werd uitgebracht.
In 1954 reist een Franse non, begeleid door een sergeant, door Tonkin en verspreidt onderweg het goede katholieke woord. Een stom kind leidt haar naar een afgelegen dorp. De reizigers worden bij een timmerman geïnstalleerd en bereiden het projectiemateriaal voor dat onmisbaar is voor hun propaganda. Bij het vallen van de avond, tijdens een storm, omsingelde een groep maquisards het huis. Gelukkig is de timmerman een gerespecteerd man. De aanvallers trekken zich terug. Na een plotselinge stijging van het water verliest het stomme kind de kostbare boodschap die hem was toevertrouwd door een gewonde maquis...
Een man en vrouw die tot een liefdeloos huwelijk zijn gedwongen, worden bespot en te schande gemaakt als ze troost vinden in de armen van twee mannen die op hun landgoed werken.