Hugues Viane is een burgerlijke, streng opgevoede man van veertig, die in Brugge treurend wandelingen maakt, terugdenkend aan zijn overleden jonge vrouw Blanche. Daar ziet hij de jonge danseres Jeanne Marchal, een danseres die sprekend op zijn gestorven echtgenote lijkt. Hij laat haar wonen in het lege huis van zijn ouders, schenkt haar een halsketting van zijn echtgenote, maar mijdt haar vervolgens met perioden, in die houding gesterkt door het negatief advies van zijn biechtvader en de afkeuring van Rosalie, zijn huishoudster.
Maria, een gescheiden vrouw van veertig, worstelt met levensangsten sinds haar oudste dochter de deur uit is. Ze tracht haar vitaliteit te herwinnen in haar relatie met haar jongste dochter van 13, maar deze begint zich steeds zelfstandiger te gedragen. Wanneer Maria op een dag een brief ontvangt waarin haar oudste dochter haar terugkeer aankondigt, bereidt de hele familie zich hierop voor.
De moderne tijd klopt op de deur van het conservatieve gehucht De Waterhoek. Er wordt hard gewerkt aan een brug over de Schelde maar de bewoners van De Waterhoek zijn dik tevreden met hun oude veerpont en willen al die nieuwigheden helemaal niet. Onder leiding van Deken Broeke groeit het verzet dat een dieptepunt bereikt wanneer zijn zoon Lander met drie kameraden de landmeter en zijn collega’s te grazen neemt waarbij twee van hen verdrinken. Lander ontloopt zijn straf niet en het wordt De Waterhoek duidelijk dat er geen weg terug is. We zien hoe het vrije meisje Mira aanpapt met ingenieur Maurice Rondeau, belast met de bouw van de brug. Ook andere leden van de hechte gemeenschap veranderen hun houding ten aanzien van de vooruitgang. Sieper, een schoonzoon van Broeke, regelt zelfs vijftig arbeiders voor de bouw. Gebaseerd op Stijn Streuvels' roman De Teleurgang van de Waterhoek.