Een jonge arbeider die een verhouding heeft met een schoonheid uit de hogere klasse, Adelaida, wordt door het Spaanse leger opgeroepen om te vechten in de Cubaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Nadat Adelaida een ongewone mededeling ontvangt over de dood van haar minnaar in de strijd, weigert ze het verlies van haar geliefde te geloven. Haar klassebewuste familie, geleid door haar jaloerse zus Maria, gelooft dat Adelaida haar verstand heeft verloren en plaatst Adelaida in een krankzinnigengesticht. Adelaida blijft echter leven volgens haar overtuigingen van passie en vrijheid. Medegedetineerden vertellen haar over de bosnimfen die het aangrenzende bos bewonen. Adelaida is ervan overtuigd dat deze nimfen haar naar haar geliefde en het geluk zullen leiden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt een groep jonge antifascisten veroordeeld tot opsluiting op een eiland, waar ze werken aan het baanbrekende Ventotene Manifesto.
Luc gaat met zijn hoogzwangere vrouw op bezoek bij zijn broer Ad. Die woont al 15 jaar teruggetrokken in de Ardennen, in een vervallen boerderij. Daar woont ook een oude vriendin. Onder genot van de nodige drank komt er veel van vroeger bovendrijven en worden er ontdekkingen gedaan.
Een onverwachte vriendschap met een blinde schrijver inspireert een onderdrukte echtgenoot om iets te doen met zijn verliefdheid voor een jongere kunstenaar.
De boksschoolhouder Lucien (Raymond Thiry) leeft voor het trainen van zijn jonge leerlingen. Na een tragisch ongeluk is hij mentaal niet meer in staat om voor zijn vijtienjarige zoon Mitchel (Dai Carter) te zorgen. Hij laat de jongen alleen achter en trekt zich terug. Voor hij zijn leven weer kan oppakken, moet hij eerst zijn eigen verdriet onder ogen zien.